
En dus blijft het een gevoelige kwestie die bij mij toch een gevoel van onbehagen oproept.
Vandaag wil ik het hebben over het verschijnsel “gevoelige kwesties”.
Het liefst gaan we die natuurlijk uit de weg, maar daar gaat de kwestie niet mee weg. Die blijft liggen sluimeren in een hoekje totdat ie er onverhoeds uit springt.
De gevoelige kwestie waar ik het over wil hebben heet Van Heutszplein.
Want moeten we in Kampen een plein willen hebben dat vernoemd is naar een massamoordenaar, want dat was generaal van Heutsz. Onder zijn bevel zijn in het voormalige Nederlands-Indië tientallen dorpjes uitgemoord. Mannen, vrouwen en kinderen. Niet iets waar we tegenwoordig trots op zijn.
Toch werd dat in de negentiende eeuw (want toen speelde zich dat af) heel anders bekeken. Hij zorgde ervoor dat we flink konden gaan verdienen, zonder dat de inlandse bevolking moeilijk ging doen. Hij was een held, vond men toen.
En zo zitten we nu in Kampen met een plein dat toendertijd naar een held werd vernoemd, die we nu een massamoordenaar noemen.
Er is de laatste tijd een stroming die van mening is dat je al die koloniale schurken uit het straatbeeld moet verwijderen. Maar dan wis je het verleden uit en kun je doen of het allemaal niet gebeurd is.
In Kampen vinden de meeste mensen dat het plein zo moet blijven heten, niet omdat ze de daden van van Heutsz goedkeuren, maar gewoon omdat het plein “altijd zo heeft geheten”.
En dus blijft het een gevoelige kwestie die bij mij toch een gevoel van onbehagen oproept.
Misschien kan er wat van het ongemak worden weggenomen als we de naam behouden, maar er een plaquette bij plaatsen waarop we de koloniale verdiensten van de generaal in detail vermelden.
Dan gaan we onze geschiedenis niet uit de weg, maar nemen wel het onbehagen weg.
Dat plein heet nou eenmaal zo, maar we zijn niet trots op die generaal. Verre van..
