Column Jan L te K #7 22-10-2022

Ondertussen blijven oude mannen hun eigen hangplek maken.

Ik liep laatst wat te mijmeren langs de IJsselkade terwijl ik de hond uitliet toen ik bij Cafe de Unie een groepje oude mannen zag. De een hangend over het stuur van zijn e-bike, de ander zittend op zijn scootmobiel de rest staand. Ze waren met zes of zeven man. Het was een oudemannenhangplek en ik vroeg me af of dit verschijnsel over pakweg dertig jaar nog zou bestaan.

Volgens mij is het een langzaam uitstervend fenomeen, in grote steden is het zo goed als verdwenen. Je treft het vooral aan in dorpen en plaatsen met een haven, historische zuiderzeesteden en op het Oost-Nederlandse platteland.

Terwijl vanaf de jaren zeventig in bijna iedere gemeente gesubsidieerde hangplekken voor jongeren werden ingericht hielden de oudere en bejaarde mannen hun eigen broek op. Niks subsidie, daar wordt je alleen maar afhankelijk van.

Trouwens die hangplekken voor de jeugd werden zelden een succes, ze werden meestal enthousiast gesloopt door dezelfde jeugd waarvoor ze bedoeld waren. Ondertussen blijven oude mannen hun eigen hangplek maken.

Omdat ik zelf ook al voldoe aan het leeftijdscriterium, vroeg ik me af wat de toelatingseisen zijn voor het lidmaatschap.

Na enig speurwerk leverde dat het volgende op:

  • Je moet het Kamper dialect in voldoende mate beheersen.
  • Je moet overal een mening over hebben.
  • Je moet supporter zijn van een plaatselijke voetbalclub.
  • Je moet een hekel hebben aan de overheid in het algemeen en de plaatselijke politiek in het bijzonder.
  • Je moet vinden dat vroeger alles beter was en dat “de jeugd” (dat wil zeggen iedereen onder de vijftig) verwend is en niet meer weet wat hard werken is.
  • Het bezit van een rijwiel of scootmobiel is gewenst, maar niet verplicht.
  • Je moet alles beter weten.

Kortom; ik mag binnenkort een week op proef.

Tot die tijd heb ik altijd deze column nog…