Staalbedrijf uit Kampen voor rechter na dodelijk ongeval, zus overleden lasser: ‘Ze hebben mijn broer vermoord’

Een enorm stalen dakspant, 14 meter groot, maakte een eind aan het leven van een 47-jarige Poolse lasser in de fabriek van Postema Staalbouw aan de Kraanvogelweg in Kampen. De 2 ton zware constructie kantelde en viel bovenop de lasser. De man werd gereanimeerd in de ambulance en overleed later in het ziekenhuis.

Het staalbedrijf en een medewerker moesten zich maandag in de Zwolse rechtbank verantwoorden. Hen wordt nalatigheid en dood door schuld verweten. De zus van het slachtoffer neemt de medewerker niets kwalijk. Over de werkgever is haar toon anders: “Ze hebben mijn broer vermoord.”

Metalen kolos
Vorig jaar januari werd er bij de Kampense staalbouwer gewerkt aan een groot stalen dakspant, eentje van een formaat dat het bedrijf zelden produceert. Arno H., een meewerkende voorman, voert voor het project een werkoverleg met andere medewerkers. Ze maken dan samen een plan van aanpak. Besloten wordt dat het dakspant op de grond staat als eraan gewerkt wordt en een bovenloopkraan in de bedrijfshal wordt gebruikt om te voorkomen dat de metalen kolos kan omkieperen.

Enkele dagen later is de Poolse lasser samen met een collega aan het werk bij het dakspant. Arno H. heeft de kraan nodig voor een andere klus en koppelt deze los. De Nederlandse lasser heeft er geen goed gevoel bij. Samen met H. wordt besloten om de constructie te stabiliseren met een stuk hout.

De lasser merkt op dat het spant iets scheef staat en dat corrigeert het tweetal. Ze vinden beiden dat het spant stevig genoeg staat en voor de zekerheid zegt de lasser tegen zijn Poolse collega dat ze aan één kant van de stalen kolos blijven werken. “Als het valt, dan valt het de andere kant op,” zou de Nederlandse lasser hebben gezegd.

Grote waarschuwing
Iets later stapt de Pool door het spant heen en gaat toch aan de andere kant aan het werk. Even later valt het spant om, bovenop de lasser. “Ik hoorde de knal en keek om,” zegt Arno H. “Ik dacht kut.” De hulpdiensten worden gewaarschuwd. In de ambulance onderweg naar het ziekenhuis wordt de zwaargewonde Pool gereanimeerd. De man overlijdt dezelfde dag. “Ik was leidinggevende en hoef er niet omheen te draaien,” zegt de zwaar geëmotioneerde Arno H. “Ik heb mijn focus niet goed gehad, maar daar krijg je hem niet mee terug. Het knaagt aan me.”

H. werkt nog steeds bij het staalbedrijf en verzekert de rechters dat veiligheid er nu wel hoog in het vaandel staat. “Het ongeval is een hele grote waarschuwing geweest,” zegt H. “Maar wel eentje die een leven heeft gekost,” voegt de voorzitter van de meervoudige kamer eraan toe.

De directeur van het bedrijf is minder aangeslagen in de rechtszaal. Hij stelt dat hij niet vaak in de fabriek aanwezig is en meerdere werknemers verantwoordelijk zijn voor de veiligheid. Hij ging ervan uit dat alles prima geregeld was door zijn medewerkers, maar hij controleerde dat zelf niet.

Losstaand dakspant
De arbeidsinspectie constateerde na het ongeval dat er over veiligheid niet tot nauwelijks iets op papier stond. De directeur zegt dat iedereen in de staalbouw weet dat een kraan die gebruikt wordt om een constructie te borgen nooit mag worden losgekoppeld. Ook uit verklaring van Arno H. en andere werknemers blijkt dat ze dit wisten.

Toch zag de arbeidsinspectie op camerabeelden dat de kraan in de dagen voor het ongeval vaker tijdelijk werd losgekoppeld. Ook was te zien dat meerdere mensen, inclusief werknemers die verantwoordelijk waren voor veiligheid, langs een losstaand dakspant liepen zonder in te grijpen. De directeur van het bedrijf is er duidelijk over, hij heeft het nooit gezien en wist ook niet dat dit gebeurde.

De zus van de Poolse lasser is in de rechtszaal aanwezig. Over Arno H. spreekt ze vol medeleven, ze heeft gezien en gehoord hoe de voorman er geestelijk aan toe is. “U bent net als ik een werknemer en het is niet uw schuld,” zegt ze tegen H. Vervolgens steekt ze niet onder stoelen of banken dat ze het bedrijf veel verwijt.

Bebloede kleding
Zo is er amper contact geweest vanuit het bedrijf met de nabestaanden. De vrouw zegt dat ze niet eens zijn gecondoleerd en toen ze later met familie de spullen kwam ophalen van haar broer er zelfs een grapje werd gemaakt dat het er die dag wel veilig was. Ze kreeg een tasje mee met de bebloede kleding van haar enige broer. “Hoe kan ik dat aan mijn moeder geven?” vraagt ze zich huilend af.

Haar overleden broer is gecremeerd en in haar hoofd spookt dat nog steeds rond. “Ik weet niet eens wie dat heeft beslist!” De zus zegt tegen de rechters dat ze maar één ding wil en dat is gerechtigheid. “Ik wil dat het voor de andere werknemers goed geregeld gaat worden. Het mag nooit meer gebeuren dat iemand op die manier doodgaat.”

Geldboete en taakstraf
Volgens het OM had het ongeluk niet hoeven te gebeuren als het bedrijf zich aan de veiligheidsregels had gehouden. De officier eist daarom een geldboete van 90.000 euro, waarvan 30.000 euro voorwaardelijk. Dit met een proeftijd van 3 jaar. Wat het OM betreft is een taakstraf van 200 uur voor Arno H. gepast.

De advocaat van het bedrijf vindt dat de staalbouwer vrijgesproken moeten worden. Ook hij benadrukt dat het H. was die de regels aan zijn laars lapte en de kraan loskoppelde. De advocaat van Arno H. stelt dat er geen enkele afspraak op papier stond en dat het ontkoppelen in overleg met de lassers gebeurde. “Het is jammer dat de verantwoordelijkheid volledig bij de werknemer wordt gelegd,” is de conclusie van de officier na de pleidooien van de raadsmannen.

De rechtbank doet over twee weken, op 19 juni, uitspraak.